Identificatie
Identificatie
Voordat de kist wordt ingevoerd, worden de bijbehorende documenten gecontroleerd. Dit zijn het gemeentelijke verlof tot verbranding (WLB. art.11) en het document met het registratienummer (WLB. art.8 lid 1). De medewerker controleert de namen en het nummer van het document en van de kist.
Vuurvast identiteitssteentje
Het stoffelijk overschot moet volgens de Wet op de lijkbezorging worden voorzien van een vuurvast identiteitssteentje waarin onuitwisbaar een nummer is aangebracht. Dit nummer moet ook worden aangebracht op de kist of de lijkwade/-omhulsel. Hiervoor wordt meestal een sticker gebruikt met daarop hetzelfde nummer als op het steentje.
Registratie en identificatie
Bij een crematie of begrafenis wordt het nummer van de sticker in een register en/of archief opgenomen. In dit register wordt naast het nummer (eigen nummer bij veel crematoria) ook de naam en de geboorte- en overlijdensdatum van de overledene vermeld.
Opmerking
In veel crematoria in Nederland wordt naast het vuurvaste identiteitssteentje dat meegeleverd wordt in de doodskist ook een eigen identificatiesteentje gebruikt. Dat gebeurt wanneer de kist in de crematieoven wordt ingevoerd. Ook dit eigen vuurvast identiteitssteentje heeft een nummer. Dit steentje wordt bewaard in de asbus ter identificatie van de as. Het eerder vermelde meegeleverde steentje in de kist wordt verwijderd uit de as.